-
1 het roven
het roven -
2 roven
-
3 rustling
-
4 roof
-
5 prédation
-
6 Raub
-
7 pull
n. trekken; invloed; aankomst; lezen (in druk); handvat (om te trekken)--------v. trekken; slepen; eruit trekken; aanspannen; scheurenpull1[ poel]4 (trek)knop ⇒ trekker, handvat♦voorbeelden:a long pull across the hills • een hele klim over de heuvels♦voorbeelden:2 have a pull on someone • invloed/macht over iemand hebben♦voorbeelden:————————pull21 trekken ⇒ getrokken worden, plukken, rukken4 bewegen♦voorbeelden:this table pulls apart easily • deze tafel gaat gemakkelijk uit elkaarpull at/on a pipe • aan een pijp trekken3 the bus pulled away • de bus reed weg/trok opthe car pulled ahead of us • de auto ging voor ons rijdenthe car pulled alongside ours • de auto kwam naast de onze rijden, de auto stopte naast de onzepull for the shore • naar de kust varenthe train pulled into Bristol • de trein liep Bristol binnen→ pull back pull back/, pull in pull in/, pull off pull off/, pull out pull out/, pull over pull over/, pull round pull round/, pull through pull through/, pull together pull together/, pull up pull up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 trekken (aan) ⇒ (uit)rukken, naar zich toetrekken; uit de grond trekken; tappen; zich verzekeren van, (eruit) halen♦voorbeelden:pull a chair up to the table • een stoel bijschuiven (aan tafel)pull customers • klandizie trekkenhe pulled a gun on her • hij richtte een geweer op haarpull a tooth • een kies trekkenpull votes • stemmen trekken/winnenhe pulled on his shirt • hij trok zijn overhemd aanthe current pulled him under • de stroming sleurde hem mee2 what's this man trying to pull? • wat probeert deze man me te leveren?→ pull back pull back/, pull down pull down/, pull in pull in/, pull off pull off/, pull out pull out/, pull over pull over/, pull round pull round/, pull through pull through/, pull together pull together/, pull up pull up/ -
8 raid
n. (in computers) schijf systeem, een system met een overvloed van goedkope schijven, een systeem met een aantal harde schijven waar informatie veilig kan worden opgeslagen en snel is te bereikenraid1[ reed] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a raid on a bank • een bankoverval————————raid2〈 werkwoord〉2 (be)roven ⇒ plunderen, leegroven -
9 dérober
dérober [deerobbee]♦voorbeelden:dérober la vue à qn. • iemand het uitzicht benemen4 niet reageren ⇒ niets doen, iemands vraag ontwijken♦voorbeelden:se dérober à la justice • verstek laten gaanse dérober au travail • uitvluchten zoeken om niet te werkense dérober aux regards de qn. • iemands blik ontwijken1. v1) ontvreemden, stelen3) onttrekken2. se déroberv1) wegzinken2) weigeren voor hindernis [paard] -
10 eer
eer1〈de〉♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 eer van iets halen • tirer gloire de qc.de eer aan zichzelf houden • sauver la facedat is, komt mijn eer te na • il y va de mon honneurde eer redden • sauver l'honneuriemands eer en goede naam stelen • compromettre la réputation de qn.iemand in zijn eer herstellen • réhabiliter qn.in eer en aanzien leven • être estimé et honoré de touseen gebruik in ere houden • respecter une traditioniets in ere herstellen • remettre qc. en honneurin eer en deugd • en tout bien tout honneurnaar eer en geweten handelen • agir en son âme et conscience2 iemand de laatste eer bewijzen • rendre les derniers honneurs à qn.een diner eer aandoen • faire honneur à un dînerer is geen eer aan te behalen • on y perd sa peineiemand eer bewijzen • rendre hommage à qn.met wie heb ik de eer (te spreken)? • à qui ai-je l'honneur (de parler)?ik heb de eer u te melden • j'ai l'honneur de vous annoncergeen eer van iets hebben • ne tirer aucune satisfaction de qc.zich iets tot een eer rekenen • s'honorer de qc.het zal me een eer zijn … • je me ferai (un) honneur de …ter ere van • en l'honneur detot iemands eer • à l'honneur de qn.dat strekt u tot eer • cela vous honorevoor de eer bedanken • décliner l'honneurere zij God • Dieu soit loué————————eer2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:spreek niet eer hij klaar is • ne parlez pas avant qu'il (n')ait fini
См. также в других словарях:
Rübe — 1. Aus Rüben lässt sich kein Blut zapfen (pressen). Was einer nicht hat, kann er nicht geben, kann man ihm auch nicht nehmen. It.: Di rapa sangue non si può cavare. (Bohn I, 90 u. 114.) 2. Besser Rüben am eigenen Tisch, als an fremdem Fleisch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wolf — 1. Alten Wolf reiten Krähen. – Eiselein, 647. 2. Alten Wolf verspotten die Hunde. – Schlechta, 362. 3. Als der Wolf predigte, hatte er Gänse zu Zuhörern. 4. Als der Wolff in der Grube lag, wollt er ein heiliger Mönch werden. – Mathesy, 108a. 5.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Old Frankish — Spoken in formerly the Netherlands, Belgium, Luxembourg, Northern France, Western Germany Era Evolved into Old Low Franconian by the 8th century Language family Indo European … Wikipedia
Wolf — Sich bessern wie ein junger Wolf: ironisch für immer schlimmer werden. 1514 heißt es bei Tunnicius (Nr. 585): ›He sal sik beteren als ein junk wulf‹. Schon 1646 wird die Redensart bei Corvinus (›Fons lat.‹ 578) als deutungsbedürftig empfunden:… … Das Wörterbuch der Idiome
Krähe — 1. Als man die Krähe fragte: Welches sind die schönsten Vögel? sagte sie: Meine Jungen. – Cahier, 2579. Die Neugriechen: Je mehr sie wachsen, je schwärzer werden sie, sagte die Krähe, als man sie fragte, wie es mit ihren Jungen gehe. (Reinsberg… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Stroh — 1. Altes Stroh muss man nicht aufwühlen, den schlafenden Löwen nicht wecken. (Türk.) 2. Aus leerem Stroh lässt sich kein Weizen dreschen. – Sprichwörtergarten, 425. Böhm.: Sláma nehodí se než do chomouta, a kroupy do jelita. – Ze slámy nebude než … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Willkommen (Adv.) — 1. Der ist überall willkommen, der etwas kann. Holl.: Die wat kan, is allezins welkom. (Harrebomée, II, 449a.) 2. Der ist willkomm, der etwas bringt. – Lehmann, 20, 1; Simrock, 11639; Eiselein, 643. 3. Der ist willkommen, den man lange nicht… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Heirathen — 1. Beim Heirathen trägt man die Lügen in der Wanne daher. (Nürtingen.) Gerade zu dieser Zeit ist die Zwischenträgerei am thätigsten. Frz.: En mariage trompe qui peut. (Bohn I, 17.) 2. Besser heirathen als Brunst leiden. Dän.: Bedre at gifte sig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon